Zowel de dollar als de euro zijn gevallen in Medialand: de gratis aangeboden informatie op het internet betaalt zich niet terug. Door de advertentiecrisis is het quasi onmogelijk gebleken voor een onlinenieuwssite om winst te maken. Bereid u voor om te betalen voor uw dagelijkse portie nieuws.De afgelopen jaren zijn alle nieuwsmedia massaal op het internet gesprongen. Niet alleen kranten, maar ook tijdschriften en radio- en televisiezenders. Niemand wilde de boot missen. De boot van multimedia, interactiviteit en snelheid. Wat een service voor de lezers! En allemaal gratis! Want via advertenties worden alle kosten ruimschoots terugverdiend. En dus werden bij verschillende media hele kranten elke dag opnieuw online geplaatst. Maar nu blijkt dat de inkomsten uit de advertentiemarkt hoegenaamd niet genoeg zijn om een website winstgevend te maken, integendeel. Als de adverteerders niet betalen voor de journalistieke content die online geplaatst wordt, dan zullen het anderen moeten zijn: de lezers.
Je kan je afvragen hoe je mensen zover wil krijgen dat ze gaan betalen voor iets dat ze al jaren gewoon zijn om gratis te krijgen. Daarover breken ondertussen heel wat mediabonzen overal ter wereld en ook in Vlaanderen zich het hoofd over. In het verleden hebben mensen wel geleerd om bijvoorbeeld te betalen voor water in een fles of om naar het toilet te gaan of om bagage mee te nemen op het vliegtuig. Maar toch, mensen zijn het gewoon om gratis nieuws te consumeren. Niet alleen op het internet, maar ook via tv, via radio en via een heleboel gratis kranten. Een oplossing is er beter vandaag dan morgen.
Het beste voorbeeld daarvoor is de Scandinavische mediagroep
Schibsted. Nog niet zolang geleden werd Schibsted als ‘het mirakel van Noorwegen’ beschouwd omdat het bedrijf erin slaagde winst te maken met gratis kranten en websites. De CEO Kjell Aamot speelde heel erg slim in op de komst van de nieuwe media. Hij kocht na het succes van gratis kranten als Metro zelf twee versies van de gratis krant
20 minuten op, één in Zwitserland en één in Keulen. Hij bood in de krant en op de website hapklaar nieuws aan en slaagde erin winst te maken door zogenaamde classified ads. Dat zijn job-, vastgoed-, en zoekertjes-advertenties. Aamots project viel de afgelopen maanden echter helemaal uiteen. De inkomsten uit advertenties bleken helemaal niet overeen te komen met wat voorzien was en het bedrijf moet nu zwaar besparen. Ook werd al duidelijk dat in het hoofdkantoor in Oslo minstens 25 jobs zouden sneuvelen. Ondertussen hebben verschillende studies al aangetoond hoe moeilijk het is om winst te maken met een website voor onlinenieuws. Per lezer die je hebt voor bijvoorbeeld je papieren krant, moet je 15 lezers naar je website lokken en dat is simpelweg onrealistisch.
Het is duidelijk dat de stroom aan gratis journalistieke content op het internet niet kan aanhouden en sommige hebben dan ook al een belangrijk initiatief genomen. Vooral financiële kranten hebben een betalingswijze ingevoerd voor hun websites, kijk maar naar de
Financial Times of
The Wall Street Journal. Die laatste, eigendom van mediamagnaat Rupert Murdoch, is zelfs één van de weinigen die een winstgevende website hebben. Op die site is maar een zeer kleine selectie aan artikels gratis te lezen. Wie ook andere stukken wil lezen, moet daarvoor 2 dollar per week betalen en op dit moment heeft de krant 900.000 betalende abonnees. Het lijkt erop dat Murdoch dit model in de toekomst ook gaat toepassen op zijn andere kranten, zoals bijvoorbeeld
The Times en
The Sun in Groot-Brittannië.
Interessant is een project in Frankrijk van Edwy Plenel, een ex-directeur van
Le Monde. Hij startte ondertussen iets meer dan een jaar geleden met een apart project op het internet:
Mediapart. Plenel was onlangs in
De Morgen heel duidelijk als het gaat over de overvloed aan gratis journalistieke content op het internet: “Het overaanbod aan al die gratis informatie heeft ons vak gedevalueerd. Maar de zeepbel van de gratis media staat op ontploffen. Over twintig jaar zal men terugkijken en beseffen dat in de voorbije jaren een grote fout gemaakt werd.” En dus biedt Plenel op
Mediapart journalistieke content aan tegen betaling. Klik
hier voor een beargumenteerde uiteenzetting van Plenel over de meerwaarde van zijn webmagazine. Mediapart is een internetmagazine, het verschijnt dus niet op papier. Met
Mediapart heeft Plenel zijn project helemaal weggehaald van de traditionele journalistieke waarden. Geen papier, geen distributie, geen vastgeroeste gewoontes en vorm en geen deadlines. Zijn redactie bestaat uit 25 journalisten die zich mogen bezighouden met eender welk onderwerp en op gelijk welke manier. De journalisten werken zonder deadline: je werkt aan een artikel en als het af is, zet je het online. Ze moeten ook in staat zijn om verschillende formats te hanteren. Leent een onderwerp of persoon zich beter om een visueel interview te doen, dan is het de bedoeling een camera mee te nemen en het gesprek op te nemen. Blijkt een onderwerp heel interssant, mag de journalist er gerust tien pagina’s aan wijden. Er zijn geen beperkingen. Alles is mogelijk. Enige voorwaarde is dat het verhaal verder gaat dan de traditionele media en dat het dus een meerwaarde is voor de lezer. Want die moet betalen, negen euro per maand voor een abonnement. Maar bovenop alle journalistieke content kan de abonnee dan ook beschikken over zijn eigen blog. Op die manier maken de abonnees mee het magazine tot wat het is. Bovendien dienen zich op die manier vaak nieuwe onderwerpen aan voor de redacteurs. De doelstelling was om na een jaar 20.000 abonnees te hebben, dat zijn er uiteindelijk 15.000 geworden, maar Mediapart haalt ook een deel van zijn inkomsten uit de verkoop van artikels aan andere websites en aan ministeries, bedrijven, bibliotheken en universiteiten. Plenel schat dat zijn webmagazine eind 2011 winstgevend zou moeten zijn.
In België is het voorlopig windstil over de journalistieke content op het internet. Maar achter de schermen is men er ook hier mee bezig. De eerste om de stap naar betalen voor informatie te zetten, is
De Tijd en
L’Echo. Vanaf september moet je daar betalen voor de juiste informatie over de evoluties op de nationale en internationale beurzen. Ook de andere kranten, van De Persgroep, Corelio, Concentra en Roularta, denken na over een verschuiving van wat gratis is online en wat niet. Daarbij wordt nagedacht over een abonneemodel zoals dat het geval is bij
The Wall Street Journal of
Mediapart ofwel over een systeem van micropayments waarbij de lezer zou betalen – een aantal eurocent – per artikel dat hij wil lezen. Vergelijkbaar met
iTunes voor muziek. Voorlopig is het nog afwachten wat de Vlaamse media zullen ondernemen, ondertussen kan u nog even genieten van een gratis krant op de trein en de hele dag updates van het nieuws online.
Seppe Verbist