dinsdag 10 maart 2009

Journalistiek vraagt lef

Journalist 2.0 Olaf Koens over werken met journalistiek 2.0

Amper 23 jaar is Olaf Koens. Toch mag hij zich al correspondent in Moskou noemen. Zijn 2.0-benadering van journalistiek maakt dat hij de crisis in de mediasector handig weet te omzeilen. Hij twittert een retourtje naar Teheran en hoopt dat een schoenenmerk zijn journalistiek werk wil sponsoren. “Journalisten moeten commerciëler leren denken”, laat hij via Skype weten.



Koens werkt als freelance correspondent voor de GPD (Geassocieerde Persdiensten) in Rusland en de voormalige Sovjet-Unie. Hij maakt ook stukken voor de meest uiteenlopende publicaties: van De Nieuwe Reporter tot The Moscow Times, van Vacature tot France24.

Web 2.0 is een enorme hulp voor zijn journalistiek werk, vertelt hij. “Ik begin mijn dag met doorlezen van mijn Netvibes. Dat is eigenlijk een enorme RSS-reader. Ik volg blogs, nieuws- en fotosites van over de hele wereld. Met dat door te lezen, ben ik snel weer een paar uur verder.”

Koens is een onvervalst pleitbezorger van verschillende Google-toepassingen.”Gmail, Gmail-chat, Google Calender en Google Translate gebruik ik in mijn dagelijkse werk. Dan is er ook nog Flickr, waarop ik mijn foto’s bewaar. Als een redactie me om een foto vraagt, dan stuur ik ze gewoon link naar de foto op Flickr door.” Ook van Skype is hij een enthousiast fan: zowel voor journalistiek werk als om contact te houden met het thuisfront.

Schiphol - Teheran

Twitter was geen liefde op het eerste gezicht. “Ik stond er eerst heel erg sceptisch tegenover. Dacht dat het volstond met nutteloze boodschappen à la “ik ga naar het toilet”. Na verloop van tijd begon ik in te zien dat het toch wel zijn nut heeft.”



“Bijvoorbeeld de crash van het vliegtuig nabij Schiphol. Dat las ik eerst op Twitter. Ik ben meteen in de databank van AP (Associated Press) gaan kijken. Daar stond niets in. Pas tien minuten later heeft AP het nieuws opgepikt. Twitter is sneller.”

Met Twitter is hij er zelfs in geslaagd een reisje naar Teheran te financieren. “In november wou ik naar Iran. Mijn geplande reportages kreeg ik echter nergens verkocht. Een vliegtuigticket had ik al betaald. Op Twitter heb ik dan ik dan gezegd dat ik naar Iran vertrek, iedereen kon een verhaal bij me bestellen. Het heeft zestien minuten geduurd voor @brewbart zich meldde, de hoofdredacteur van Sp!ts, Bart Brouwers.”

Daarnaast is Twitter ook een gigantische vraagbaak voor Koens. Met bijna duizend volgelingen zal er altijd wel iemand zijn die het antwoord weet op een prangende vraag die hij via Twitter de wereld instuurt. “Ik zoek een tijdschrift over geschiedenis. Ken jij er één? Nee, wel op Twitter kreeg ik in geen tijd vijf namen van relevante tijdschriften toegestuurd.”

Portfolio

Op de vraag of hij wel eens sociale media gebruikt voor zijn stukken te schrijven, repliceert Koens dat hij Twitter tot de sociale media rekent. “Toen ik naar Iran ging, heb ik gewoon Twitteraars uit Teheran gezocht. Een paar heb ik ter plaatse ontmoet.” Facebook gebruikt hij liever om contact te houden met vrienden.

Met www.olafkoens.nl heeft hij ook een eigen blog. “Eigenlijk is dat begonnen om mijn vrienden op te hoogte te houden van wat ik aan het doen was. Toen ik met de blog begon, was ik nog geen professioneel journalist.”

Ondertussen is de blog uitgegroeid tot een professioneel visitekaartje. “Als beginnend journalist moet je een portfolio hebben. Ik plaats er artikelen op die niet verschenen zijn, of zet er stukjes op uit artikelen die nog moeten verschijnen”.

Media.com/denieuwereporter.nl

Wat de hype na Twitter wordt, daar wil Koens zich niet aan wagen. Wel deze voorspelling voor de toekomst: “Conversie gaat erg belangrijk worden.” Hij illustreert het met een voorbeeld: “De mediabijlage van De Morgen media.com, nu betaalt de krant daar heel wat geld voor. Daar moeten pakweg twee redacteurs voor betaald worden. Het kan goedkoper."



"Op het internet heb je valabele alternatieven als De Nieuwe Reporter en Bright. Daarmee kan De Morgen het op een akkoordje gooien om stukken over te nemen. Dat zal de krant minder geld kosten. Ik denk ook dat binnen een mediaconcern de verschillende media berichtgeving aan elkaar cadeau zullen doen. Van een blad bij de Persgroep naar een Persgroep-krant, bijvoorbeeld."

Dat gaat ten koste gaan van dagbladjournalisten, erkent hij, maar niets is onmogelijk. “Kijk naar mij: ik ben 23 jaar en ben correspondent in Moskou. Het gaat misschien slecht in de media, maar er zijn nog steeds veel kansen. Belangrijk is het hoofd boven water te houden, doen wat commercieel interessant is.”

Een voorbeeld: “Ik kan hetzelfde onderwerp verschillende keren verkopen. Dan schrijf ik een kort nieuwsbericht voor een krant en maak een langer stuk voor een tijdschrift over datzelfde onderwerp.”

Schoenensponsoring

Toch is het niet gemakkelijk rondkomen als freelance journalist in Moskou. “Ik verdien minder dan de gemiddelde fabrieksarbeider bij Renault in België. Ik ben nu echter al een tijdje met een schoenenmerk aan het praten. We zijn aan het bekijken hoe ik pas in hun mediacampagne.”

“Een idee is om ervoor te zorgen dat een paar schoenen van een bepaald merk om de zoveel foto’s onopvallend getoond wordt - ik fotografeer ook. Als ik bijvoorbeeld een verhaal in een hotel maak, dan kan ik ergens in een hoek wel een paar wegmoffelen en dat op foto zetten.”

Niet erg orthodox. “Inderdaad, maar het moet wel kunnen, vind ik. De kranten doen het al jaren. Een column in de donderdagkrant kan zo geschreven zijn door een hypotheekmakelaar, bij wijze van spreke. Als de kranten het doen, waarom zouden de journalisten het dan niet mogen doen? Journalisten moeten commerciëler leren denken, zo kunnen ze overleven in de huidige mediacrisis. Anders gaan ze definitief mee ten onder.”

(SC)

Mediacrisis - De kans voor journalisten met lef - Olaf Koens
Donderdag 2 april van 19 tot 22 uur.

1 opmerking:

  1. Leuk stuk om te lezen, maar wil wel een opmerking maken.
    "Twitter is sneller", ik heb laatst de berichtgeving zitten volgen op Twitter n.a.v. een incident met een trein.
    Twitterende reizigers spraken van een ernstig ongeval, er werd gesproken over 2 doden en nog een andere betrokken trein. Kortom een zeer ernstig ongeval.
    Als nieuwsverslaafde, twitteraar en werkzaam bij de spoorwegen (had nog storingsdienst ook) heb ik de berichten vanaf minuut 1 gevolgd.

    Gelukkig is de "oude media" niet zo snel als Twitter, maar wel betouwbaarder, want er waren geen doden, enkel licht gewonden. Er was geen andere trein bij betrokken. Het was een simpele rijdraadbreuk.

    BeantwoordenVerwijderen