zondag 31 mei 2009

De val van Menchov live op het internet

De Ronde van Italië, de bekerfinale van het Belgische voetbal tussen Genk en Mechelen, Roland Garros, de aandeelhoudersvergadering van Fortis en de lancering van de Sojoez ruimteraket. Hoewel deze gebeurtenissen op het eerste gezicht niets met elkaar te maken hebben, is er wel degelijk een verband.

Stuk voor stuk waren deze feiten live te bekijken via livestream op de site van vlaamse mediabedrijven. Ook zij hebben natuurlijk door dat ondertussen meer dan de helft van de internetgebruikers online tv uitzendingen bekijkt. Voor jongeren onder 25 jaar loopt dat percentage zelfs op tot 70 procent.

Dat livestream populair is, valt niet te ontkennen. Kijken we maar naar de tour de France, die live te bekijken valt op sporza.be. Bij de etappe met aankomst op de Aubisque in 2007, bezochten meer dan 90.000 unieke bezoekers sporza.be. Daarvan klikten er meer dan 34.000 op de link om de tourbeelden online live te bekijken, dat is dus één op drie. Toen een absoluut record voor de VRT.

Van een ander kaliber was de geboorte van het baby olifantje in de zoo van Antwerpen. De site waar de geboorte live te volgen was, kreeg in 1 weekend tijd maar liefst 1,2 miljoen bezoekers over de vloer. Met een goed marketingbeleid van de site, kon hier dus veel geld verdiend worden.

Want livestream kost geld, denk maar aan uitzendrechten en dergelijke, maar genereert wel degelijk ook geld. Buiten de extra klikcijfers, gaat het nieuws al snel de ronde dat een evenement live te volgen valt op internet. Zeker met een jaarlijks wederkerend evenement zitten sites gebeiteld. Eens mensen geproefd hebben van de livestream op een site zullen ze voor hetzelfde evenement immers niet snel veranderen van site.

Deze dinsdag kan u op de site van De Standaard live het concert van Placebo in het Koninklijk Circus in Brussel volgen. Vanaf september kan u op sporza.be dan weer live kijken naar de allereerste UEFA Europa Ligue. Dat zijn ontwikkelingen die deze sport- en muziekliefhebber alleen maar kan toejuichen!

Michiel Delagrange

vrijdag 29 mei 2009

Europees nieuws gaat online

Met de verkiezingen voor het Europees Parlement in het vizier wordt nog maar eens pijnlijk duidelijk hoe weinig de gemiddelde EU-burger wakker ligt van Europa. “En wat bindt mensen nu meer dan nieuws?” moeten ze op de communicatiedienst gedacht hebben. Daarom werd op 26 mei de website presseurope.eu in het leven geroepen.

“Een site die nieuws brengt over onderwerpen waarvoor Europa bevoegd is,” zei communicatieverantwoordelijke Margot Wallström bij de voorstelling. “De berichten worden geselecteerd uit 250 internationale kranten, tijdschriften en online-publicaties.”

De nieuwsgaring gebeurt in samenwerking met Courrier International, een Frans weekblad dat op ongeveer dezelfde manier te werk gaat en artikels selecteert en vertaalt uit 900 internationale kranten. “De bedoeling is mensen meer bewust te maken van het belang van Europa. Via nieuws leren ze waarover de EU zoal beslist en kunnen ze zich er een mening over vormen,” aldus Wallström nog.

Taalproblemen

Europa zou Europa niet zijn zonder taalproblemen, daarom bestaat de website in verschillende versies, met dezelfde artikels in een andere taal. Voorlopig zijn ze in 10 talen te lezen, waaronder Nederlands. Dat zouden binnen 5 jaar alle 23 erkende Europese talen moeten worden. Zoals Umberto Eco al zei: ‘vertalen is de taal van Europa’.

De nieuwsartikels mogen dan voor heel Europa hetzelfde zijn, de blogs zijn nog taalspecifiek. Zo lees je op de Nederlandse versie een tekst over Geert Wilders, maar op de Engelstalige versie iets over Lech Walesa. Waarover de Roemeense blog gaat is niet echt duidelijk.

Deze nieuwssite is niet het enige project waaraan de communicatiedienst van de Commissie werkt. Een Europees radiostation, European Radio Network (EuRaNet), werd al in april 2008 gelanceerd. Tegen 2010 zou er ook een Europees tv-kanaal (EUTV net) op poten moeten staan.

De site ziet er overigens heel overzichtelijk en duidelijk uit, maar misschien is dat omdat er voorlopig zo weinig opstaat. De journalisten achter dit project moeten blijkbaar nog op gang komen, want met een gemiddelde van ongeveer 3 artikels per dag, zitten ze voorlopig nog niet op kruissnelheid. Al zijn het vooral de vertalers die van deze website een succes zullen moeten maken.

Bert Diels

woensdag 27 mei 2009

Kerk en multimedia.

De Kerk vindt tegenwoordig steeds vaker haar weg naar de wondere wereld van het internet. Een Facebookprofiel voor de paus of kerkdiensten via Twitter, de Kerk probeert haar oubollige imago af te werpen en brengt de boodschap van God op een manier die jongeren aanspreekt, via de iPhone of op YouTube.

De Kerk mag dan wel een eeuwenoude instelling zijn, echt van gisteren is ze niet. Nu het aantal gelovigen jaar na jaar daalt en vooral vergrijst, begint de marketingmachine van de Kerk op volle toeren te draaien. Via het internet probeert de Kerk jongeren in hun eigen leefwereld voor het katholieke geloof warm te maken.

The medium is the message. Het is dan wel niet de boodschap van God, maar het Vaticaan heeft het wel begrepen. Ter gelegenheid van de 43e Wereldcommunicatiedag trok de pauselijke communicatiedienst alle multimediale registers open. Niet voor niets was het thema van de editie 2009 “New technologies, new relationships; promoting a culture of respect, dialogue and friendship”. Om deze oude waarden in een nieuw jasje al meteen kracht bij te zetten, maakte Benedictus XVI een profiel aan op Facebook en werd zijn hoogstpersoonlijke website gelanceerd.

Een kaartje voor de paus.

Wie zich aan een saaie webstek vol donderpreken verwacht, komt bedrogen uit. Pope2you oogt kleurrijk en bijzonder hip voor iemand die enkele weken geleden nog met een uitgestreken gezicht beweerde dat condooms de verspreiding van AIDS in de hand werken. Op de homepage van de kerkvader staan rechts naast zijn foto een aantal links die leiden naar de boodschap van Benedictus naar aanleiding van Wereldcommunicatiedag. In navolging van Yves Leterme kiest ook de paus voor het hippe YouTube. Wie liever niet naar het gebrekkig Engels van de paus luistert, maar toch wil weten wat hij over de nieuwe media en God te zeggen heeft, kiest voor de tekst in een ‘ordinair’ pdf-bestand.

Aan de linker kant van de foto van de paus prijken vier grote en kleurrijke puzzelstukken die op hun beurt weer verder leiden naar Facebook, Wikicatch, een iPhone-toepassing en het YouTubekanaal van het Vaticaan. Wie wil, kan de Paus een virtueel kaartje sturen of volgt het gaan en staan van de kerkleider op de voet via de iPhone. Wie liever de diepere betekenis van de wereldcommunicatiedag-speech doorgrondt, vindt zijn gading op Wikicatch. Na het bekijken van de website zou je bijna vergeten dat de paus (met alle respect) een stokoude man is die regelmatig vriend en vijand verbaast met wereldvreemde uitspraken.

Zondagsmis via Twitter

Waar Rome stapsgewijs de nieuwe media uitprobeert om zieltjes voor het katholieke geloof te winnen, wordt in Amerika de volgende stap al gezet: kerkdiensten via Twitter. Volgens de Interkerkelijke Omroep Nederland wordt Twitter in de VSA al ingezet om zo dialoog en interactie te creëren. Gelovigen kunnen via de website hun mening kwijt over de onderwerpen die tijdens de dienst aan bod komen. In een kerk verschijnen deze berichten meteen op een groot scherm en worden ze in de preek behandeld. Bovendien kunnen de moedige kerkgangers die de zondagsdienst wel bijwonen hun ervaringen delen met de rest van de wereld. Wie liever thuis op de bank zit, kan de dienst in berichten van 140 tekens volgen.


(Naar aanleiding van artikels in De Morgen op dinsdag 19 en maandag 25 mei 2009)

(Sanne Smet)

Journa It's Journalism, Jim, but not as we know it!

The kindling flame of the paper paper.

image Prophets of doom everywhere herald the ending of the age of paper. Out with the old, in with the new: electronic books and newspapers are here to take over. No more inky fingers after reading a newspaper or hitting the butler over the head for not having properly ironed it. Now you can finally get rid of your dog as you don't need it to fetch your morning newspaper anymore. And best of all: no more cutting trees down! It's all about the environment, right? In brief: newspapers and magazines are so 20th century, man!

And lo and behold: Amazon's Kindle is here toimage steal your geeky heart. A neat little device featuring a great monochrome 6-inch screen using the newest E-ink technology to allow for much less eye-strain -a major problem when reading a lot of text on a computer. And if that's not enough, Amazon just recently released the Kindle DX which features an even larger screen. But is this gizmo really that revolutionary?

Digi beats paper?

One of the most frequently used arguments is that this new generation of reading gadgets could offer struggling newspapers the opportunity to finally react to online media that have been taking over. In the past many print media companies decided to make their articles freely available on the Internet. It turned out to be an expensive mistake: sales slumped because many readers started reading the free articles online.image Newspapers and magazines, already troubled by the economic crisis, were forced to cut down on staff because advertisers began preferring so called net natives over the local traditional ones. Digital ads not only have the potential to reach a much larger audience, they are also more attuned to the quickly evolving web than traditional print media: moving images, the ability to go directly from an ad to the advertiser's website with just one click. Online advertising took print media by storm and, according to experts, the shift is unlikely to abate.

Models to have readers pay for online news content were developed to make up for lost revenue streams, but according to Steve Outing, a journalist and consultant, it just wouldn't work:

"Let me say at this point that I am not a "content must be free" advocate. Newspapers can develop new, niche content and get some people to pay for it online. But newspapers' existing content is better off being free on the Web, as Keller has implied, so as not to kill the opportunity of growing online advertising and the benefits of ubiquitous distribution of news content to reach the widest possible audience -- and thus have greater institutional influence on society."

Outing proposes a 'softer' alternative: keep the news content itself free but charge for extra content through a "membership program' with extra benefits for paying members. "It's the carrot approach, not the stick one."

Amazon to the rescue.

Amazon's Kindle and other e-book readers could likewise help traditional media adjust to the new world. According to Jef Bezos, Amazon.com's founder, "there are genuine opportunities to save journalism, and we're excited about helping with that."
Amazon offers Kindle owners subscriptions to more than 58 newspapers  image and magazines. Although data on the number of sold subscriptions has not yet been released, Amazon and many of the participating publishers say they are satisfied with the results.
Once a day subscribers get wireless updates, eliminating delivery and printing costs. Experts suggest that media companies might evolve to becoming foremost a digital news publisher with a secondary and limited print product. In the future a printed daily newspaper may even become a luxury item.

But it's not sure yet whether the Kindle will actually be able to save many newspapers in the troubled realm of print media. According to Roger Fidler, the program director for digital publishing at the University of Missouri, Columbia, it may already be too late:

"If these devices had been ready for the general consumer market five years ago, we probably could have taken advantage of them quickly. Now, the earliest we might see large-scale consumer adoption is next year, and unlike the iPod, it's going to be a slower process migrating people from print to the device."

It also remains to be seen whether consumers really want an e-book reader that can only only render black and white, however much shades of gray. Another hair in Amazon's butter could be the highly anticipated Apple tablet. A quite common remark on gadget geek forums is that they would rather wait for Apple's full color alternative. Although Apple's tablet computer would not boast the easy-read E-ink technology, the ability to surf and run other applications besides rendering text could lure many away from the limited and expensive Kindle. For Paul Starr, a professor of sociology and public affairs at Princeton, it's simple:

"As the Kindle develops, how multifunctional will it be? More like a dedicated word processor, which only does one thing, or more like a computer, for which applications are written by the thousands? The more versatile it is, the better it will compete."

Shapes and sizes

It will also be very interesting to see how the appearance of articles and publications will transform with the introduction of these new media, if it changes at all. The rise of smartphones, which boastimage PC-like functionality, has already prompted development of special applications that allow users to read e-books or news articles on their mobile. The most popular of these is without doubt Stanza, an application for the iPhone that already boasts one million downloads. Due to the small size of smartphone screens the original lay-out of books and magazines cannot be preserved. The applications format the text to best fit the screen. Users can also zoom in or change the text font which is then directly rendered on-screen. With books the original text is of course preserved as it would obviously be impossible to make a 'light' version (although one could of course always try to overclass Monty Python's summary of Proust's À la recherche du temps perdu). But some news media do offer briefer news articles that have been optimized for smartphones and only give a short description. A bit similar to how newsfeeds work.

According to Aimée Van Hecke, CEO of Sanoma magazines Belgium, there will be little difference between paper or digital Sanoma publications:

"Basically articles written specifically for e-book readers as the Kindle will remain the same: lay-out will be virtually similar to traditional print-media, the articles' length will be exactly the same. The only thing that's really going to change is the interactivity in articles: if you don't know a word you can just mark it and look it up directly with your e-book reader, or you can click an advertisement and go directly to the advertiser's website."

The first two generations of the Kindle only support Amazon's proprietary AZW file-format. Files in other formats can be converted by Amazon for a small fee. The Kindle DX on the other hand also supports native PDF. This means that the first two generations work in a way similar to the smartphone applications and that the zoom function disrupts authentic lay-out preserved in the original format. The Kindle DX on the other hand allows users to zoom in on PDF articles without disruption. Because of its larger screen (9,7 inch compared to 6 inch) Amazon has been promoting the DX as the perfect device to read newspaper articles on.
Some early adopters, apparently more attuned to online news, have been rather critical though: "Kindle subscriptions are just digital versions of a printed newspaper and do not refresh as the news changes. There are also no updates until the next publication." A bit like a paper newspaper, really.

Old school nostalgia

Although it is clear that digital media and electronic e-book readers have had a great impact on the traditional media, it remains to be seen how the situation will further evolve. As more and more players are hopping on the e-car, several signs seem to indicate that the Kindle and its peers may be successful. A couple of American universities are even working on pilot projects to replace students' textbooks with digital ones. Limited functionality remains a major snag though, and may even prove the e-book's undoing in the run against evolving netbooks and laptops.

The media shift is not going to be overnight though. Notwithstanding the fact that subscriptions are still falling, there is always going to be a group that prefers ink and paper over virtual. It's just so much more difficult to impress anyone with an anonymous Kindle peeking out of your bag compared to for example, an issue of the International Herald Tribune or Le Monde Diplomatique. And how are you ever going to impress your intellectual friends without a bookrack stuffed with all the right books?

Call me an old fashioned, but to me the paper papers' flame is still alive and sparkly. Although I'm a recently self-confessed geek with an appetite for gizmos, I'll stick to my analog paper, thank you very much!

What can I say, I just like the smell of ink in the morning.

                                                                 Erik Aerts

image
PS: For better lay-out check http://promusing.wordpress.com

woensdag 20 mei 2009

iene miene mutte...

Het volgende zal velen waarschijnlijk wel bekend zijn: Je wil eens lekker ontspannen in de zetel voor de televisie (excuseer, ondertussen reeds digitale televisie, want anders loop je achter!). Ziehier het stappenplan. Stap 1: neem een kom chips of andere zoetigheden mee naar de zetel. Stap 2: plant dat maanvormige lichaamsdeel waar je twee benen samenkomen neer in de zetel. Stap 3: neem de afstandsbediening van je televisie, en die van je digitale decoder of recorder, en die van je dvd-speler, en neem die van je videorecorder (als je dat nog hebt trouwens) ook maar. Daar lig je dan, omsingeld door afstandsbedieningen. En dan begint het pas. Welk bakje of welke bakjes heb je nodig? Iene miene mutte…

Begrijp me niet verkeerd, ik ben voorstander van nieuwe technologische ontwikkelingen en digitale televisie en alles wat erbij komt kijken. Er gaat niets boven dat prachtige High Definition beeld. En als je je favoriete serie hebt gemist, kan je ze simpelweg terug opvragen. Je kunt nu zelfs live voetbal pauzeren, zodat je, na je plasbeurt, terug semi-live kunt hervatten waar je was gebleven. Allemaal prachtig toch? Maar dan komt de keerzijde van dat alles. Momenteel liggen er op mijn salontafel vier afstandsbedieningen netjes naast elkaar. Ook al ben ik van de generatie die met de nieuwe technologie is opgegroeid, zelfs ik heb het moeilijk met al die bakjes. Je moet je de frustratie van onze grootouders dan eens voorstellen. Toevallig ben ik onlangs bij mijn grootouders een videorecorder gaan aansluiten, omdat ze hun oude videocasettes weer wilden bekijken. Naast een dvd-speler en digitale recorder moest ik daar dus een derde toestel bijzetten. Het heeft me twee uur gekost om dat ding te installeren. Daarbovenop kostte het me nog eens twee uur om aan mijn grootouders uit te leggen hoe alles functioneert en om etiketjes te maken om op de vier verschillende afstandsbedieningen (tv, INDI, dvd, video) te kleven, anders weten ze niet welke afstandsbediening bij welk toestel hoort. De volgende dag kon ik mijn hele uitleg opnieuw gaan doen, want alle ‘kennis’ was al gaan vliegen. Nog een dag later ben ik het toestel weer gaan afkoppelen: het was te ingewikkeld voor hen. En ik neem mijn grootouders absoluut niets kwalijk, integendeel, ik begrijp hun frustratie. Vroeger was de vraag: Waar is die verdomde afstandsbediening nu weer gebleven? Ondertussen is die vraag geëvolueerd tot: Welke verdomde afstandsbediening moet ik nu gebruiken? Het lijkt wel een IQ-test. Eén ding moet ik die bakjes wel nageven: Ze zijn zo stevig dat ze elke woedeaanval overleven.

Binnenkort schakel ik over van INDI naar Telenet, weer een andere afstandsbediening dus. Maar er is licht aan het einde van de tunnel. Bij Telenet kun je de afstandsbediening immers koppelen aan meerdere toestellen. Dát noem ik nu eens revolutionair!

Dimitri Jacobs

dinsdag 19 mei 2009

Internet als exponent van de democratie

De tijd dat persbedrijven nieuwsberichten monopoliseerden, ligt reeds geruime tijd achter ons. Nieuwe spelers zoals radio en televisie hebben er immers voor gezorgd dat de consument zich op de markt kan begeven met een zeker comfort aan selectie: diverse kanalen en bronnen kunnen aangeboord worden om de behoefte aan nieuwsvoorziening tegemoet te komen. De opkomst van internet was een nieuwe stap in die burgerlijke vrijheid van nieuwsselectie en –publicatie. De wereld is meer dan ooit een dorp geworden.

Nieuwsfeiten grossieren tegenwoordig in toegankelijkheid: ze zijn overal en van iedereen. In deze context krijgen online journalisten een nieuwe rol toebedeeld: webredacteurs worden informatiebemiddelaars. In die rol kunnen zij opnieuw nuttig zijn voor burgers die in een online samenleving actief willen deelnemen aan het democratisch proces. Nergens meer dan in die virtuele gemeenschap beheerst het volk informatie.

De nieuwe werkelijkheid komt hard aan voor ‘traditionele’ media. Zij zijn niet meer de belangrijkste brengers van amusement of reclame. Het virtuele beest dat in menig mens los is gebroken, heeft er zelf voor gezorgd dat de sociale functie van oude media wordt overgenomen door ontmoetingssites waar de burger een tweede, denkbeeldig, leven leidt. Krantenadvertenties en landelijke debatingclubs maken geleidelijk plaats voor elektronische communes.

Andere nieuwsrol

Een van de voornaamste voordelen die internet als nieuwsmedium inhoudt, is permanente actualiteit. Het is niet gebonden aan tijd- of ruimtebarrières en kan zo op elk moment van de dag nieuws aanbieden die meteen beschikbaar is. Daarnaast worden nieuwsberichten op het web doorgaans omkaderd door beeld en geluid waardoor bestaande radio- en tv-omroepen hun unieke karakter hebben moeten inleveren. Ondanks het gegeven dat internet in vergelijking met de originele media nog steeds inferieure kwaliteit aanbiedt, hebben radio en televisie hun dwingende karakter verloren en een andere, in vele gevallen secundaire, nieuwsrol (gericht op entertainment) meegekregen.

Ook de krantenindustrie moet buigen voor de veelzijdigheid van het wereldwijde web. Jongere generaties groeien op in een wereld waar ‘nieuws’ steeds minder van een papieren drager wordt gelezen. Diverse krantenbedrijven hebben op deze evolutie gereageerd met het aanbieden van hun product via een website, waarmee de oude ambachtelijke journalistiek definitief verloochend lijkt.

E-democracy

Ondanks de alomtegenwoordigheid van internet en online journalistiek blijft het romantische beeld van traditionele media overeind. Ze hebben aan uniciteit ingeboet, maar blijven deel uitmaken van het leven van de burger. Eén van de redenen waardoor die burger aangezet wordt tot een intense beleving op het internet, is de mogelijkheid om zelf journalist te spelen. Via allerhande platformen en weblogs kan de consument zich verplaatsen in de rol van nieuwsbrenger. Burgers lijken gemakkelijker sociaal engagement aan te gaan als ze zich kunnen schuilen achter een anoniem scherm. Vooral als zij zich kunnen inzetten voor verkiezingen en gerichte acties op sociaal-maatschappelijk terrein blijken burgers de e-democracy te omhelzen. Journalistiek en burgerschap kunnen in het internettijdperk op vruchtbare wijze bij elkaar komen.

(gebruikte bron: rug.nl)

Jonas Debaveye

Betalen voor sterke online journalistiek

Een aantal jaar geleden dachten de papieren kranten dat ze met een digitale versie een nieuwe bron aangeboord hadden. Die illusie is vandaag al doorprikt. Maar er is een oplossing. Edwy Plenel, ex-chef Le Monde, wijst met Mediapart krantenuitgevers de juiste weg op het internet. Het concept: een handvol jonge journalisten zorgen – zonder deadline – voor kwalitatieve verhalen en gaan op zoek naar scoops. Tegen betaling kunt u die online lezen. “De zeepbel van gratis informatie staat op springen,” zegt Edwy Plenel in De Morgen.


Op 16 maart 2008 verschenen de eerste artikels op Mediapart.fr. De openingspagina – die er erg goed uitziet – kan iedereen gratis bekijken. Om ook het betere werk te kunnen lezen, neem je best een abonnement van negen euro per maand. Je krijgt voor dat geld ook een blog, zodat je zelf aan de site kan meebouwen.


De gratis voorpagina haalt een half miljoen bezoekers per maand. Edwy Plenel en zijn redactiechef François Bonnet hoopten na een jaar 20.000 abonnees te hebben, maar de 15.000 klanten die de site vandaag telt, zijn toch niet mis. Vlug uitgeteld, levert dat zo’n 1,6 miljoen euro per jaar op. Nog eens 400.000 euro komt van de verkoop van artikels.


Gratis media was een fout


Ruim een jaar geleden lachte de hele mediawereld Edwy Plenel uit om zijn idee. Het motto luidde ‘het internet is van iedereen en dus gratis’. Heel wat kranten, waaronder De Standaard, plaatsten al hun stukken integraal op hun website. Adverteerders zouden de kosten wel dragen. Dat gebeurde echter niet. Plenel: “Wil je winst maken, moet je voor je site vijftien lezers hebben voor elke lezer van je papieren krant. Dat is onrealistisch.”


Volgens Plenel heeft het overaanbod aan al die gratis informatie het vak gedevalueerd. Er is te weinig echt onderzoek – de basis van goede journalistiek – en feiten worden vervangen door opinies. “Maar de zeepbel van de gratis media staat op ontploffen. Over twintig jaar zal men terugkijken en beseffen dat in de voorbije jaren een grote fout gemaakt werd.” Aldus Plenel.


Anders dan de anderen


De redactie van Mediapart past rond één tafel en de redacteurs zijn gemiddeld 35 jaar. Op de ochtendvergadering deelt geen chef de opdrachten uit, maar heeft elke redacteur een interessant thema voorbereidt. Daarop wordt er veel gediscussieerd, omdat het kan en omdat het moet. Plenel: “Als je wilt dat mensen betalen voor je werk, dan moet je ander werk brengen dan wat je op andere sites gratis vindt. Ofwel moet het exclusief zijn, ofwel moet het beter zijn geschreven, ofwel moet het dieper graven…”.


Mediapart-journalisten zijn verlost van vele frustraties. Ze hoeven zich niks aan te trekken van een afgesproken lengte. Ook deadlines zijn bij Mediapart taboe. Een stuk vraagt wat het vraagt. Wel moeten de redacteurs alle vormen van media onder de knie hebben. Tekst, foto’s of film, ze beslissen zelf welk medium het best past bij een verhaal.


Journalistiek die een stap verder zet


Het model van Plenel is nog pril en of het op lange termijn een succes wordt, is nog af te wachten. Zolang zijn team kwaliteit levert, maakt Plenel zich echter geen zorgen over inkomsten. “Dagelijks nieuws en korte berichten van persagentschappen zullen altijd gratis te vinden zijn, maar evengoed zal er altijd een grote groep mensen bereid zijn om te betalen voor sterke journalistiek die een stap verder zet.” Aldus Plenel.


Edwy Plenel gelooft nog steeds in de papieren krant, “maar dat ze al hun stukken op het internet kunnen zetten en denken het werk terug te verdienen met advertenties, kunnen ze vergeten.” De boodschap is ondertussen doorgedrongen bij zowat alle uitgevers, Rupert Murdoch van The Wall Street Journal, The Times en The Sun op kop. Ook bij de Vlaamse uitgeverijen De Persgroep en Corelio worden verschillende mogelijkheden – een abonnement of betalen per artikel – onderzocht.


Naar een artikel van Brecht Decaestecker in De Morgen op vrijdag 15 mei. 

Maja Cools

maandag 18 mei 2009

Sporza.be en deredactie.be bewandelen het multimediale pad

Sinds 4 mei 2009 steken de twee grootste informatiewebsites van de VRT, deredactie.be en sporza.be, in een nieuw jasje. Een multimediaal jasje zeg maar. De gloednieuwe layout en indeling van beide pagina's is even aanpassen voor de dagelijkse bezoekers, maar de integratie van tekst, video- en audiofragmenten is alvast een stap in de goede richting.

De VRT beseft maar al te goed dat de multimediatrein vertrokken is en ze deze rit absoluut niet mag missen. In 2008 waagde de openbare zender een eerste schuchtere poging op het multimediale terrein. vrtnieuws.net moest plaats ruimen voor de redactie.be, waar meer ruimte was voor video en audio. Dit eerste project had nogal wat last van kinderziektes en een tweede aanpassing drong zich begin dit jaar dus op.

Het Live Match Centre van Sporza.be was vorig jaar al een schot in de roos. Eindelijk kon de internet-gebruiker wedstrijdsamenvattingen, interviews en analyses online bekijken. Met de introductie van Videozone gaat sporza.be nog een stapje verder. Zo kan je bepaalde videofragmenten die je later wil herbekijken kan je onder Mijn Selectie categoriseren. Voor de meeste audio- en video-opnames hoef je geen vijf keer door te klikken, maar ze zijn rechtstreeks toegankelijk vanaf de hoofdpagina. Een absolute verademing voor de vaste bezoekers van de website.

De ordening lijkt op het eerste zicht chaotischer, maar is enkel kwestie van aanpassing. De opgepoetste lay-out doet me denken aan de webstek van Het Nieuwsblad. Bovenaan de hoofdpagina vind je de verschillende hoofdrubrieken waar je het nieuws per thema kan terugvinden. Dankzij de aanwezigheid van screamers, videobeelden en audiofragmenten lijkt het haast of je op hetzelfde moment de krant leest, televisie kijkt en radio luistert.

Niet toevallig start de VRT op 4 mei ook met verkiezingingen09, het duidingsprogramma van de openbare omroep over de nakende gemeentelijke en Europese verkiezingen. Peilingen, debatten, de stemtest, discussiefora, een virtueel bezoek aan het Vlaams of federaal parlement, herhalingen van politieke programma's, kieslijsten. Dit alles en meer laat je toe om de verkiezingsstrijd met argusogen te volgen.
Voor Sporza.be kon de vernieuwing ook op geen beter tijdstip komen. Aan de vooravond van alweer een goed gevulde sportzomer (Tour de France, WK atletiek, WK zwemmen, Wimbledon, ...) heeft de internetgebruiker nog tijd genoeg om de interface tijdig onder de knie te krijgen.

Als we dan toch een kleine kanttekening mogen maken: die kinderziektes die we eerder aanhaalden lijken hardnekkiger dan gedacht. Video's stoppen halverwege, je krijgt een screenshot in plaats van een video te zien, de syncronisatie zit niet snor. Er is met andere woorden nog wat werk aan de winkel om beide website 100% vertrouwbaar en gebruiksvriendelijk te maken, maar het juist pad is alvast gekozen.

Jelle Huybrechts

dinsdag 5 mei 2009

Nieuwe zoekmachine luidt Web 3.0-tijdperk in


Er is een nieuwe zoekmachine op komst. Nog deze maand wordt Wolfram Alpha gelanceerd. Wolfram Alpha is een bijzondere zoekmachine die gewone vragen in mensentaal kan beantwoorden, dat beweert de maker Stephen Wolf. Met de komst van deze zoekmachine staan we aan de vooravond van het Web 3.0-tijdperk.

*Update: De nieuwe zoekmachine staat online!*


De nieuwe (gratis) zoekmachine begrijpt vragen en kan deze gericht beantwoorden. De zoekmachine maakt hiervoor gebruik van de informatie die beschikbaar is op het internet. Je kan zowel praktische vragen (Bijvoorbeeld: 'How is the weather in Paris?') als mathematische vragen stellen. Naast een antwoord op de gestelde vraag biedt de zoekmachine ook nog extra informatie aan die met het onderwerp te maken heeft (Bijvoorbeeld: een kaart van Frankrijk of informatie over Parijs). De zoekmachine kan ook verbanden leggen door het maken van cross checks. De zoekmachine kan nagaan hoe bijvoorbeeld het weer in Parijs was toen Nicolas Sarkozy de eed aflegde. De webpagina van de nieuwe zoekmachine lijkt op die van Google: een sobere opbouw met zoekbalk.


Wolfram


De bedenker is Stephen Wolfram. Hij ontwikkelde de nieuwe zoekmachine aan de Amerikaanse universiteit Harvard. Wolfram houdt zich al langer bezig met het bedenken van software om informatie aan elkaar te linken. Eerder ontwikkelde hij het programma Mathematica.


Web 3.0


Met de komst van deze zoekmachine zouden we wel eens aan de vooravond kunnen staan van een nieuw internettijdperk. Web 3.0 is de natuurlijke opvolger van het internet zoals we dat vandaag kennen. Bij Web 2.0 stonden de gebruikers centraal die samenwerkten om zoveel mogelijk informatie op het net te krijgen. Web 3.0 wordt gekarakteriseerd door ‘intelligente’ webapplicaties die gebruik maken van mensentaal. Het internet wordt op die manier omgevormd tot een informatiebron die vragen begrijpt en beantwoordt zoals mensen dat doen.



Naar aanleiding van dit artikel en deze video.
(Sara Pabian)



zondag 3 mei 2009

Het Calimero complex van online journalisten


Laat kranten en tijdschriften links liggen bij de plaatselijke dagbladhandelaar. Hou uw mede treinreiziger niet langer in een wurggreep ter verovering van de laatste Metro. Negeer de zure glimlach van Martine Tanghe op uw beeldscherm. Voortaan kunt u immers waar en wanneer u wilt nieuws online consulteren. Het lijkt wel een reclame voor een dubieuze gsmoperator.

Online News, quoi?

Online Nieuws is snel, kort op de bal en gratis. Vooral jongeren raken dus wegwijs met deze soort nieuwsgaring. In België doen vooral de sites van bestaande kranten en omroepen het goed. In Nederland daarentegen is er de hype van nu.nl, een medium dat enkel online kan geraadpleegd worden. Volgens een onderzoek van het Pew Research center for the people & the press steeg de online nieuwsconsumptie met een derde sedert 2006.

De Calimero’s van de redactie

Door deze steile opmars van online nieuws maken traditionele redacties ruimte voor online journalisten. Ondanks de populariteit van het nieuwe medium staan journalisten echter niet te springen voor online werk. Volgens www.6minutes.be bleek uit een enquête bij journalisten uit de Amerikaanse staat North Carolina dat online journalisten het woord ‘online’ liever niet bij hun functiebeschrijving staan. In hun e-mail signatuur en bij telefoongesprekken lieten ze ‘online’ vallen, zelfs al staat het wel zo in de colofon van de krant.

Online journalisten voelen zich dus minderwaardig tegenover hun collega’s van klassieke redacties. Het nieuwe medium is te vluchtig, te mainstream voor “echt” journalistiek werk. Een elitaire mening voor een werksector waar de ene helft zich professionele wereldverbeteraar noemt en de andere helft zich als een soort van nieuwe Jezus op de olijfberg heeft genesteld om het goede woord te verspreiden.

The future is bright

In de huidige mediamalaise zien online journalisten wel mogelijkheden. In opnieuw een onderzoek van het Pew Research Center waren 40 procent van de ondervraagden ervan overtuigd dat online nieuws uiteindelijk een winstgevend en zelfbedruipend inkomstenmodel zal zijn. Slechts 11 procent van de online journalisten zei daarin relatief weinig vertrouwen te hebben. 39% van de ondervraagden meent vervolgens dat hun online redactie zelf is gegroeid, ondanks de financiële crisis.

Deze journalisten lijken zich ook meer bewust te worden van hun troeven. Volgens de ondervraagden waren de mogelijke diversiteit aan meningen en de technologische verwezenlijkingen fundamentele troefkaarten voor de online journalist.

Online journalisten kunnen dus met gerust hart hun eierschelpje afzetten. Het lijkt immers zo dat in de toekomst zij groot zullen zijn, en de traditionele media klein.

Naar aanleiding van www.6minutes.be (15.07.08) en www.belgiancowboys.be (09.04.09)
Lisa Brille