dinsdag 19 mei 2009

Betalen voor sterke online journalistiek

Een aantal jaar geleden dachten de papieren kranten dat ze met een digitale versie een nieuwe bron aangeboord hadden. Die illusie is vandaag al doorprikt. Maar er is een oplossing. Edwy Plenel, ex-chef Le Monde, wijst met Mediapart krantenuitgevers de juiste weg op het internet. Het concept: een handvol jonge journalisten zorgen – zonder deadline – voor kwalitatieve verhalen en gaan op zoek naar scoops. Tegen betaling kunt u die online lezen. “De zeepbel van gratis informatie staat op springen,” zegt Edwy Plenel in De Morgen.


Op 16 maart 2008 verschenen de eerste artikels op Mediapart.fr. De openingspagina – die er erg goed uitziet – kan iedereen gratis bekijken. Om ook het betere werk te kunnen lezen, neem je best een abonnement van negen euro per maand. Je krijgt voor dat geld ook een blog, zodat je zelf aan de site kan meebouwen.


De gratis voorpagina haalt een half miljoen bezoekers per maand. Edwy Plenel en zijn redactiechef François Bonnet hoopten na een jaar 20.000 abonnees te hebben, maar de 15.000 klanten die de site vandaag telt, zijn toch niet mis. Vlug uitgeteld, levert dat zo’n 1,6 miljoen euro per jaar op. Nog eens 400.000 euro komt van de verkoop van artikels.


Gratis media was een fout


Ruim een jaar geleden lachte de hele mediawereld Edwy Plenel uit om zijn idee. Het motto luidde ‘het internet is van iedereen en dus gratis’. Heel wat kranten, waaronder De Standaard, plaatsten al hun stukken integraal op hun website. Adverteerders zouden de kosten wel dragen. Dat gebeurde echter niet. Plenel: “Wil je winst maken, moet je voor je site vijftien lezers hebben voor elke lezer van je papieren krant. Dat is onrealistisch.”


Volgens Plenel heeft het overaanbod aan al die gratis informatie het vak gedevalueerd. Er is te weinig echt onderzoek – de basis van goede journalistiek – en feiten worden vervangen door opinies. “Maar de zeepbel van de gratis media staat op ontploffen. Over twintig jaar zal men terugkijken en beseffen dat in de voorbije jaren een grote fout gemaakt werd.” Aldus Plenel.


Anders dan de anderen


De redactie van Mediapart past rond één tafel en de redacteurs zijn gemiddeld 35 jaar. Op de ochtendvergadering deelt geen chef de opdrachten uit, maar heeft elke redacteur een interessant thema voorbereidt. Daarop wordt er veel gediscussieerd, omdat het kan en omdat het moet. Plenel: “Als je wilt dat mensen betalen voor je werk, dan moet je ander werk brengen dan wat je op andere sites gratis vindt. Ofwel moet het exclusief zijn, ofwel moet het beter zijn geschreven, ofwel moet het dieper graven…”.


Mediapart-journalisten zijn verlost van vele frustraties. Ze hoeven zich niks aan te trekken van een afgesproken lengte. Ook deadlines zijn bij Mediapart taboe. Een stuk vraagt wat het vraagt. Wel moeten de redacteurs alle vormen van media onder de knie hebben. Tekst, foto’s of film, ze beslissen zelf welk medium het best past bij een verhaal.


Journalistiek die een stap verder zet


Het model van Plenel is nog pril en of het op lange termijn een succes wordt, is nog af te wachten. Zolang zijn team kwaliteit levert, maakt Plenel zich echter geen zorgen over inkomsten. “Dagelijks nieuws en korte berichten van persagentschappen zullen altijd gratis te vinden zijn, maar evengoed zal er altijd een grote groep mensen bereid zijn om te betalen voor sterke journalistiek die een stap verder zet.” Aldus Plenel.


Edwy Plenel gelooft nog steeds in de papieren krant, “maar dat ze al hun stukken op het internet kunnen zetten en denken het werk terug te verdienen met advertenties, kunnen ze vergeten.” De boodschap is ondertussen doorgedrongen bij zowat alle uitgevers, Rupert Murdoch van The Wall Street Journal, The Times en The Sun op kop. Ook bij de Vlaamse uitgeverijen De Persgroep en Corelio worden verschillende mogelijkheden – een abonnement of betalen per artikel – onderzocht.


Naar een artikel van Brecht Decaestecker in De Morgen op vrijdag 15 mei. 

Maja Cools

Geen opmerkingen:

Een reactie posten